Geen steun in Kamer om gewonde kinderen uit Gaza naar Nederland te halen
Nieuws vandaag

Geen steun in Kamer om gewonde kinderen uit Gaza naar Nederland te halen

In de Tweede Kamer is er geen meerderheid om ernstig gewonde of zieke kinderen uit Gaza voor wie in de regio geen goede zorg is, naar Nederlandse ziekenhuizen te halen. Een oproep hiervoor van de SP werd donderdag nipt verworpen.

In de Tweede Kamer is donderdag gebleken dat er geen meerderheid is om ernstig gewonde of zieke kinderen uit Gaza, voor wie in de regio geen adequate zorg beschikbaar is, naar Nederland over te brengen voor behandeling. Een motie van de SP, die hier nadrukkelijk om vroeg, werd nipt verworpen: 71 Kamerleden stemden voor, 72 tegen.

De uitkomst van de hoofdelijke stemming was teleurstellend voor SP-Kamerlid Sarah Dobbe, die het voorstel eerder deze week indiende tijdens een fel debat. “Deze kinderen hebben zorg nodig om te overleven,” zei Dobbe. “Het beste voor deze kinderen, voor wie geen plek is in de regio, is dat zij een kans krijgen om te overleven.” Volgens de SP moet Nederland de verantwoordelijkheid nemen nu internationale organisaties steeds luider waarschuwen voor de nijpende situatie.

Al langere tijd pleiten oppositiepartijen voor het opnemen van zieke kinderen uit Gaza. Zij benadrukken dat het gaat om een humanitaire plicht, juist omdat lokale ziekenhuizen door oorlogsschade en capaciteitsproblemen vaak niet in staat zijn de noodzakelijke zorg te verlenen. Toch houdt het kabinet vast aan het huidige beleid: opvang en behandeling in de regio. Dat zou volgens de coalitiepartijen efficiënter zijn, omdat hulp ter plaatse sneller en met minder bureaucratische obstakels kan worden verleend.

Onder andere de PVV, VVD, JA21, SGP, FVD en BBB stemden tegen de SP-motie. VVD-Kamerlid Eric van der Burg verwoordde de lijn van zijn partij vlak voor de stemming: “Wij vinden het belangrijk dat hulp snel en effectief kan worden geboden. Dat lukt beter in de regio, in plaats van dat kinderen een complexe en langdurige procedure moeten doorlopen om hierheen te komen.”

Tegenstanders van de motie wijzen daarnaast op de logistieke en juridische complicaties die komen kijken bij het overbrengen van kinderen uit oorlogsgebieden. Er zijn zorgen over vervoer, veiligheid en de vraag hoe lang kinderen en hun families in Nederland zouden moeten verblijven.

Toch groeit de druk op het kabinet. Steeds meer internationale hulporganisaties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), UNICEF, Artsen zonder Grenzen en Save the Children, vragen nadrukkelijk om hulp vanuit Europese landen. Volgens de WHO wachten momenteel ongeveer 3.800 kinderen in Gaza op medische evacuatie. Het zou gaan om gevallen waarin gespecialiseerde zorg nodig is die in de regio simpelweg niet voorhanden is.

Ook in Nederland klinken de oproepen luider. Zo riep de gemeente Amsterdam het kabinet vorige week op om ernstig zieke kinderen uit Gaza naar het Amsterdam UMC te halen voor behandeling. Burgemeester Femke Halsema stelde dat Nederland, als welvarend land met goed uitgeruste ziekenhuizen, moreel verplicht is om ten minste een deel van de meest kwetsbare patiënten op te vangen.

Het kabinet houdt vooralsnog vast aan het standpunt dat regionale opvang de voorkeur heeft. Maar de kwestie is hiermee niet van tafel. Waarnemers verwachten dat de roep om humanitaire evacuatie zal aanhouden, zeker nu de beelden en berichten uit Gaza steeds schrijnender worden. Voor de kinderen die wachten op een operatie of levensreddende behandeling is de tijd immers kostbaar.

De stemming in de Tweede Kamer laat zien hoe verdeeld de politiek in Nederland is over de vraag hoeveel verantwoordelijkheid het land moet nemen in internationale crisissituaties. Waar sommigen wijzen op haalbaarheid en effectiviteit, leggen anderen de nadruk op morele plicht en menselijkheid. Voorlopig is de balans nipt in het voordeel van de tegenstanders, maar het debat lijkt nog lang niet beslecht.

LEAVE A RESPONSE

Your email address will not be published. Required fields are marked *