Nieuws vandaag

Nederland Maakt 700 Miljoen Euro Extra Vrij voor Oekraïne te Midden van Politieke Druk en Begrotingszorgen

Nederland Maakt 700 Miljoen Euro Extra Vrij voor Oekraïne te Midden van Politieke Druk en Begrotingszorgen

Het demissionaire kabinet heeft besloten om in hoog tempo 700 miljoen euro extra vrij te maken voor steun aan Oekraïne. De maatregel volgt op een stevige motie van GroenLinks-PvdA, die aandrong op een verhoging van het steunbudget voor 2026 met in totaal 2 miljard euro. Hoewel het kabinet die volledige verhoging nog niet kan garanderen, wordt met de nu toegezegde 700 miljoen in elk geval verzekerd dat Nederland zijn militaire leveringen aan Oekraïne tot en met het eerste kwartaal van 2026 kan voortzetten.

Uit documenten die aan de Tweede Kamer zijn aangeboden, blijkt dat 500 miljoen euro wordt gehaald uit de begroting van Defensie, en nog eens 200 miljoen euro van Buitenlandse Zaken. Volgens de verantwoordelijke ministers — Eelco Heinen, Ruben Brekelmans en David van Weel — is deze tijdelijke financiële verschuiving noodzakelijk om de continuïteit van de steun te borgen. Nederland heeft sinds het uitbreken van de oorlog inmiddels ruim 17 miljard euro aan militaire, humanitaire en financiële steun toegezegd.

Naast geld speelt ook materieel een belangrijke rol in de Nederlandse bijdrage. Zo vertrokken eind mei de laatste Nederlandse F-16’s richting Oekraïne, een symbolisch en emotioneel moment voor de betrokken piloten en luchtmachteenheden. Volgens het kabinet onderstreept dit dat Nederland, ondanks de krappe begrotingsruimte, zijn internationale verplichtingen en solidariteit serieus neemt.

Toch waarschuwen ministers dat de situatie de komende maanden “spannend” wordt. Het jaarlijks beschikbare budget voor Oekraïne bedraagt zo’n 3,5 miljard euro, maar van het budget voor 2026 is al 2 miljard euro verbruikt. Daardoor wordt het steeds moeilijker om op korte termijn extra financiële ruimte te vinden. De nu toegezegde 700 miljoen is beschikbaar gekomen doordat bepaalde begrotingsposten dit jaar niet volledig worden benut. Bij Defensie vallen enkele projecten duurder of later uit, deels door de dollarkoers en internationale leveringsproblemen, terwijl Buitenlandse Zaken minder geld nodig had voor de Europese Vredesfaciliteit.

De motie die tot deze beslissing leidde, zorgde eerder voor aanzienlijke spanning in de Tweede Kamer. Premier Dick Schoof wilde liever wachten op de voorjaarsnota voordat hij zich vastlegde op een extra bijdrage. Hij benadrukte dat andere Europese landen — vooral in Zuid-Europa — volgens hem eerst hun aandeel in de steun aan Oekraïne moesten vergroten. De Kamer ging hier echter niet in mee en hield vast aan onmiddellijke actie. Dat dwong het demissionaire kabinet ertoe eerder dan gehoopt financiële ruimte te vinden.

Politieke analisten wijzen erop dat deze situatie een breder probleem blootlegt: de Nederlandse begroting staat onder druk terwijl internationale verplichtingen toenemen. Oekraïne blijft rekenen op Westerse steun, en Nederland geldt internationaal als een betrouwbare partner. Tegelijkertijd wordt binnenlands steeds kritischer gekeken naar de kosten op lange termijn, vooral nu de economie afkoelt en andere overheidsdomeinen — zoals zorg, onderwijs en defensieprojecten — eveneens om extra geld vragen.

Voorlopig lijkt het kabinet vastbesloten om de steun aan Oekraïne hoog te houden, maar de vraag waar de resterende 1,3 miljard euro vandaan moet komen, blijft open. Pas begin 2026 zal duidelijk worden of het kabinet opnieuw kan schuiven met middelen, of dat er zwaardere politieke keuzes gemaakt moeten worden.

De intensieve discussie in Den Haag laat in elk geval zien dat Oekraïne, ondanks de demissionaire status van het kabinet, een prioriteit blijft. Maar tegelijk wordt zichtbaar dat Nederland financieel steeds dichter bij de grens van wat haalbaar is komt.

LEAVE A RESPONSE

Your email address will not be published. Required fields are marked *