Celstraffen tot 18 jaar na dodelijke verkeersruzie in Eindhoven

De rechtbank in Den Bosch heeft zware celstraffen opgelegd aan drie mannen die betrokken waren bij de dodelijke schietpartij op een 41-jarige man uit Eindhoven. Het slachtoffer kwam om het leven na een verkeersruzie die volledig uit de hand liep. De hoofdverdachte, de inmiddels 20-jarige Mohammad Ismail A., werd veroordeeld tot achttien jaar gevangenisstraf voor moord. Twee medeverdachten kregen straffen van acht en zes jaar cel. Een vierde verdachte werd deels vrijgesproken, maar ontving alsnog een gevangenisstraf voor andere strafbare feiten.

Verkeersruzie escaleert tot dodelijk geweld

De fatale gebeurtenissen vonden plaats in juni vorig jaar. De verdachten raakten toen in Eindhoven verwikkeld in een verkeersconflict met twee andere mannen. Wat begon als een woordenwisseling, escaleerde snel. De betrokkenen stapten uit hun voertuigen, waarna het latere slachtoffer de hoofdverdachte met een glazen voorwerp in het gezicht sloeg. Dit moment bleek cruciaal voor wat later zou volgen.

Volgens de rechtbank voelde de hoofdverdachte zich door deze actie diep vernederd en woedend. In plaats van de confrontatie te laten rusten of aangifte te doen bij de politie, besloot hij wraak te nemen. Samen met drie anderen ging hij op zoek naar het slachtoffer.

Bewuste jacht op het slachtoffer

Niet lang na het eerste incident troffen de verdachten het slachtoffer opnieuw. Op dat moment kwam het tot een dramatische escalatie. De hoofdverdachte schoot de 41-jarige man van dichtbij door het hoofd, met de dood tot gevolg. De rechtbank stelde vast dat dit geen impulsieve handeling was op het moment zelf, maar het resultaat van een bewuste keuze om geweld te gebruiken.

Een van de medeverdachten, een 24-jarige man, overhandigde het vuurwapen aan de schutter. Een andere verdachte van 20 jaar fungeerde als bestuurder van de auto waarin het gezelschap reed. Hun rol werd door de rechtbank als essentieel beschouwd voor het uitvoeren van het misdrijf.

“Volstrekt gebrek aan respect voor mensenleven”

In het vonnis sprak de rechtbank harde woorden over het handelen van de hoofdverdachte. Volgens de rechters toonde hij met zijn daad een “volstrekt gebrek aan respect voor het leven van anderen”. Niet alleen werd het leven van het slachtoffer ontnomen, ook werd de familie van de man onherstelbaar leed aangedaan.

Het slachtoffer liet twee dochters achter, van 17 en 3 jaar oud. De impact van de moord op de nabestaanden speelde een belangrijke rol in de beoordeling van de ernst van het misdrijf. De rechtbank benadrukte dat geweld nooit een rechtvaardiging kent, ongeacht eerdere provocaties.

Lagere straf dan geëist

Hoewel de moord ernstig werd aangerekend, viel de opgelegde straf lager uit dan de eis van het Openbaar Ministerie. Het OM had 26 jaar cel geëist tegen de hoofdverdachte. De rechtbank hield echter rekening met verzachtende omstandigheden.

Zo werd meegewogen dat de hoofdverdachte tijdens de verkeersruzie zelf agressief was aangevallen en gewond raakte. De rechtbank beschouwde dit als de directe aanleiding voor zijn handelen. Ook werd zijn jonge leeftijd meegenomen in het oordeel. Volgens de rechters betrof het geen zorgvuldig geplande liquidatie, maar een explosieve wraakactie na een heftige confrontatie.

Desondanks stelde de rechtbank duidelijk dat de hoofdverdachte andere keuzes had kunnen maken, zoals het inschakelen van de politie, in plaats van zelf het recht in handen te nemen.

Medeverdachten en vierde betrokkene

De twee medeverdachten die actief bijdroegen aan het geweld kregen respectievelijk acht en zes jaar gevangenisstraf. Hun betrokkenheid werd als minder zwaar beoordeeld dan die van de schutter, maar wel cruciaal voor het verloop van de gebeurtenissen.

Een vierde verdachte van 20 jaar zat eveneens in de auto, maar droeg volgens de rechtbank niet bij aan het dodelijke geweld. Hij werd vrijgesproken van betrokkenheid bij de moord. Wel werd hij veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf voor andere strafbare feiten die losstonden van deze zaak.

Waarschuwing tegen geweld na conflicten

De zaak onderstreept opnieuw hoe snel alledaagse conflicten, zoals verkeersruzies, kunnen uitmonden in extreem geweld met onomkeerbare gevolgen. De rechtbank gaf met haar uitspraak een duidelijk signaal af: persoonlijke vernedering of woede kan nooit een rechtvaardiging vormen voor moord.

Met deze veroordelingen komt er juridisch een einde aan een zaak die Eindhoven diep heeft geraakt, maar voor de nabestaanden blijft het verlies onherstelbaar.