Nieuws vandaag

Dodelijk ongeluk in Schiedam: Hongaarse bestuurder zonder rijbewijs veroordeeld, maar vragen blijven

De rechtszaal in Rotterdam oogt op het eerste gezicht zoals zovele andere. Drie rechters achter de bank, de officier van justitie naast hen, een griffier die aantekeningen maakt. Maar wie beter kijkt, voelt meteen dat deze zitting anders is. Achter in de zaal zitten familieleden van het slachtoffer, zwijgend, gespannen. In het midden staat een 45-jarige man uit Hongarije: Atilla S., de bestuurder van een bestelbus die in juli 2023 betrokken was bij een fataal verkeersongeluk in Schiedam.

Donderdag werd hij veroordeeld voor het veroorzaken van dat ongeval. Hij reed zonder rijbewijs, verleende geen voorrang en raakte een snorfietser, die een maand later aan zijn verwondingen overleed. De straf: 150 uur taakstraf en een rijontzegging van twaalf maanden. Geen gevangenisstraf. Voor de familie voelt het als een onvolledig antwoord op een onherstelbaar verlies.

Een uitrit die alles veranderde

Het ongeluk gebeurde op 18 juli 2023 bij een uitrit aan de Westfrankelandsedijk in Schiedam. Atilla S. reed met een Ford-bestelbus het terrein van zijn werkgever af. Hij keek naar links, naar rechts, maar zag de snorfietser op het fietspad over het hoofd. De snorfiets botste met kracht tegen de zijkant van de bus.

Camerabeelden, later bekeken door de politie en het Openbaar Ministerie, lieten weinig ruimte voor twijfel. De snorfietser reed niet harder dan 25 kilometer per uur, de toegestane snelheid. Er was geen sprake van roekeloos rijgedrag aan zijn kant. Toch werd hij zwaargewond afgevoerd naar het ziekenhuis. Een maand later overleed hij aan zijn verwondingen.

Voor zijn familie begon toen een periode van rouw die tot op de dag van vandaag voortduurt.

Geen advocaat, wel een tolk

Opvallend tijdens de zitting is de lege stoel naast de verdachte. Waar normaal een advocaat zit, is nu niemand. Atilla S. verdedigt zichzelf. Wel is er een tolk aanwezig, die alles vertaalt van het Nederlands naar het Hongaars en omgekeerd.

S. verklaart dat hij geen geld heeft voor een advocaat. Hij zegt dat hij altijd heeft geprobeerd te werken en in zijn eigen onderhoud te voorzien. “Ik deed alles om te overleven,” vertelt hij. Zo werkte hij als chauffeur voor een bedrijf in Schiedam, ondanks het feit dat hij geen rijbewijs had.

“Ik heb geen rijbewijs, maar ik ben geen slechte chauffeur,” zegt hij tegen de rechters. Het is een uitspraak die zichtbaar wringt bij de nabestaanden in de zaal.

Een patroon van overtredingen

Tijdens de behandeling van de zaak wordt duidelijk dat het ongeval in 2023 geen incident op zichzelf was. Atilla S. had al eerder problemen in het verkeer. In 2020 veroorzaakte hij een ongeluk nadat hij in slaap viel achter het stuur. Een jaar later kreeg hij opnieuw boetes en veroorzaakte hij materiële schade.

Toch stapte hij opnieuw in een voertuig. Ook zonder rijbewijs. “Ik had geld nodig om te leven,” herhaalt hij meerdere keren. Het is een verklaring die juridisch weinig gewicht heeft, maar wel een inkijkje geeft in zijn persoonlijke omstandigheden.

De officier van justitie benadrukt dat juist deze voorgeschiedenis zwaar weegt. “Verdachte wist dat hij niet mocht rijden. Hij wist ook dat hij eerder ongelukken had veroorzaakt. Toch koos hij ervoor opnieuw de weg op te gaan.”

De stem van de familie

Het meest indringende moment van de zitting komt wanneer een van de kinderen van het slachtoffer het woord krijgt. Met hoorbare emotie richt zij zich tot de man die verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van haar vader.

“Het gemis is onbeschrijfelijk,” zegt ze. “Ik heb elke dag aan zijn bed gestaan in het ziekenhuis. Sinds zijn dood leef ik in een andere realiteit.”

Ze vraagt S. of hij nog steeds zonder rijbewijs rijdt. Hij antwoordt dat hij sinds het ongeluk niet meer in een auto is gestapt en dat hij getraumatiseerd is geraakt door wat er is gebeurd. Even later geeft hij toe dat hij één keer op een motor heeft gezeten. “Om te kijken of ik het nog durfde,” zegt hij. Het zou slechts een korte rit zijn geweest op een parkeerplaats.

Voor de familie voelt ook dit als een klap. Het vertrouwen is weg, de woorden klinken hol.

Een lagere straf door tijdsverloop

De officier van justitie noemt het ongeval ernstig en de gevolgen onomkeerbaar. Toch eist zij geen gevangenisstraf. De reden: de zaak is meer dan twee jaar na het ongeluk behandeld. Daarmee is de zogeheten ‘redelijke termijn’ overschreden, een belangrijk beginsel in het strafrecht.

Daarom komt de eis uit op 150 uur taakstraf en een rijontzegging van twaalf maanden. De rechtbank neemt die eis volledig over. Juridisch gezien is het vonnis correct, maar emotioneel voelt het voor velen onbevredigend.

Opluchting en spijt

Wanneer de uitspraak wordt gedaan, reageert Atilla S. zichtbaar opgelucht. Hij hoeft niet de gevangenis in. Staand, met zijn armen op zijn rug, richt hij zich nog eenmaal tot de zaal. Hij biedt opnieuw zijn excuses aan aan de familie van het slachtoffer.

“Ik heb zo’n spijt,” zegt hij. “Ik leef hier elke dag mee.”

Tegen de rechters zegt hij dankbaar te zijn dat hij geen lange gevangenisstraf krijgt. Over de taakstraf zegt hij: “Ik weet niet precies wat een taakstraf is, maar ik zal alles doen wat van mij wordt gevraagd.”

Meer dan een individueel drama

Deze zaak raakt aan grotere maatschappelijke vragen. Hoe kan het dat iemand zonder rijbewijs herhaaldelijk voertuigen bestuurt? Welke verantwoordelijkheid dragen werkgevers die mensen laten rijden zonder geldige papieren? En hoe voorkomt de samenleving dat financiële nood leidt tot levensgevaarlijke keuzes?

Voor de familie van het slachtoffer blijven die vragen onbeantwoord. Hun werkelijkheid is definitief veranderd op een zomeravond in Schiedam, bij een uitrit die voor altijd beladen zal blijven.

Wat rest, is een vonnis. En een leegte die door geen enkele straf kan worden gevuld.

LEAVE A RESPONSE

Your email address will not be published. Required fields are marked *