Is het verantwoord dat Hulst de ontwikkeling van een opvangcentrum stillegt zolang financiële duidelijkheid uit Den Haag uitblijft?
HULST – De gemeente Hulst zet voorlopig geen vervolgstappen in de ontwikkeling van een opvangcentrum aan de Spoorweg voor asielzoekers en Oekraïense vluchtelingen. Het besluit markeert opnieuw hoe kwetsbaar en onzeker het Nederlandse opvangbeleid is geworden, vooral op lokaal niveau. Volgens de gemeente is de financiële onzekerheid te groot en ontbreekt het aan duidelijke, stabiele richtlijnen vanuit het Rijk om verantwoord door te kunnen gaan.
Het geplande opvangcentrum aan de Spoorweg moest ruimte bieden aan maximaal honderd asielzoekers en ongeveer 150 Oekraïense vluchtelingen. De locatie was bedoeld als flexibele huisvesting, inzetbaar voor verschillende doelgroepen, afhankelijk van de maatschappelijke behoefte. Daarmee wilde Hulst inspelen op zowel de asielopvang als de opvang van mensen die zijn gevlucht voor de oorlog in Oekraïne.

Kosten zouden volledig door het Rijk worden gedragen
Een belangrijk uitgangspunt voor de gemeente was vanaf het begin helder: het project mocht geen financiële last worden voor de gemeentelijke begroting. Hulst ging ervan uit dat de Rijksoverheid alle kosten zou vergoeden. Alleen onder die voorwaarde wilde het gemeentebestuur verantwoordelijkheid nemen voor de opvang.
Die zekerheid is inmiddels volledig weggevallen. Waar gemeenten in 2023 voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen nog 100 euro per persoon per dag ontvingen, is dat bedrag inmiddels verlaagd naar 44 euro per dag. Volgens Hulst is dat bedrag bij lange na niet voldoende om de daadwerkelijke kosten te dekken.
“Dit maakt dit onderdeel van het project Spoorweg financieel onzeker,” stelt de gemeente. Met name kosten voor huisvesting, energie, beveiliging, beheer, begeleiding en zorg blijken met het huidige dagtarief niet te dragen zonder bij te leggen vanuit de eigen middelen.
Onzeker beleid en steeds veranderende regels
Niet alleen de verlaging van de vergoeding speelt de gemeente parten. Hulst wijst ook op het ontbreken van helder en consistent landelijk beleid. Regelingen veranderen regelmatig, informatie vanuit het Rijk komt laat of onvolledig, en toekomstperspectief ontbreekt.
Dat maakt het voor gemeenten vrijwel onmogelijk om langetermijnbesluiten te nemen. “Je kunt geen project ontwikkelen als de spelregels tijdens het spel voortdurend veranderen,” klinkt het binnen het gemeentebestuur.
Volgens Hulst is het risico te groot dat de gemeente uiteindelijk blijft zitten met structurele kosten, terwijl de verantwoordelijkheid formeel bij het Rijk ligt. Dat scenario wil de gemeente voorkomen.

Sluiting Reynaertland geen op zichzelf staand besluit
Het besluit om het project Spoorweg voorlopig stil te leggen, staat niet op zichzelf. Eerder besloot Hulst al de crisisnoodopvang in de voormalige zwemzaal Reynaertland definitief te sluiten. Ook daar speelde een verlaging van de Rijksbijdrage een doorslaggevende rol.
De crisisnoodopvang functioneerde sinds oktober 2022 als tijdelijke oplossing, maar bleek financieel niet langer houdbaar. De gemeente zag zich gedwongen te kiezen tussen het bijpassen van opvangkosten of het beschermen van andere lokale voorzieningen.
Met de sluiting van Reynaertland en het stilleggen van Spoorweg lijkt Hulst een duidelijke lijn te trekken: opvang is alleen mogelijk als het Rijk volledige financiële dekking biedt.
Gevolgen voor opvangcapaciteit in de regio
Door het uitblijven van het project Spoorweg beschikt Hulst voorlopig niet over nieuwe opvangcapaciteit. Dat betekent dat asielzoekers en Oekraïense vluchtelingen elders in het land moeten worden ondergebracht.
Voor het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) vergroot dit de druk op bestaande locaties. Ook in Zeeland is de ruimte beperkt en worstelen gemeenten met dezelfde vraagstukken: beperkte capaciteit, maatschappelijke weerstand en financiële onzekerheid.
Regionaal overleg blijft gaande, maar concrete oplossingen laten op zich wachten zolang landelijke duidelijkheid ontbreekt.
Spanning tussen lokaal bestuur en Den Haag

De situatie in Hulst illustreert een bredere spanning tussen gemeenten en de Rijksoverheid. Lokale bestuurders voelen zich verantwoordelijk voor humane opvang, maar willen niet opdraaien voor de rekening van nationaal beleid.
Steeds meer gemeenten stellen harde voorwaarden of zetten projecten on hold. Niet uit onwil, maar uit noodzaak. Zonder structurele financiering en voorspelbaar beleid wordt opvang een financiële gok.
Bestuurders waarschuwen dat deze aanpak op termijn leidt tot een vicieuze cirkel: gemeenten haken af, opvangcapaciteit krimpt en de druk op het systeem neemt verder toe.
Onzekere toekomst voor Spoorweg-locatie
Voorlopig blijft het terrein aan de Spoorweg onbenut. Of het project later alsnog wordt opgepakt, hangt volledig af van besluiten in Den Haag. Hulst geeft aan bereid te zijn opnieuw naar het plan te kijken zodra er duidelijke en stabiele afspraken liggen over financiering en verantwoordelijkheden.
Tot die tijd blijft de situatie onzeker – voor de gemeente, voor de regio en vooral voor de mensen die opvang nodig hebben.
Conclusie: opvangbeleid onder druk
Het besluit van Hulst laat zien hoe kwetsbaar het huidige opvangsysteem is. Gemeenten worden geconfronteerd met grote maatschappelijke opgaven, maar krijgen onvoldoende financiële en beleidsmatige zekerheid om die structureel aan te pakken.
Zolang het Rijk geen duidelijkheid biedt over tarieven, looptijden en verantwoordelijkheden, zullen meer gemeenten de rem intrappen. Hulst is daarin geen uitzondering, maar een symptoom van een systeem dat piept en kraakt.
Wat resteert, is een groeiende kloof tussen ambities op nationaal niveau en uitvoerbaarheid op lokaal niveau. En een opvangvraagstuk dat steeds moeilijker wordt op te lossen.




