Breaking: D66 trekt aan de noodrem — zet deze onverwachte zet de PVV definitief buitenspel?
In Den Haag is opnieuw een fel debat losgebarsten over de spelregels van de democratie.

D66 heeft officieel een voorstel ingediend dat grote gevolgen kan hebben voor de manier waarop politieke partijen in Nederland mogen deelnemen aan verkiezingen.
De kern van het plan: partijen moeten leden toelaten en interne democratie organiseren om nog mee te mogen doen aan landelijke en Europese verkiezingen. Vooral de PVV komt daarmee direct in beeld.
Het voorstel zorgt nu al voor stevige politieke reacties, zowel binnen als buiten de Tweede Kamer. Voorstanders spreken van het versterken van de democratie, critici waarschuwen juist voor machtsmisbruik en uitsluiting van ongewenste politieke geluiden.
Wat staat er precies in het voorstel van D66
Het initiatief komt van D66-Kamerlid Sneller, die vindt dat politieke partijen niet alleen in naam democratisch moeten zijn, maar dat ook intern moeten laten zien. Volgens het voorstel moeten partijen minimaal eens in de vier jaar hun leden laten meebeslissen over het verkiezingsprogramma en de kandidatenlijst.
Hoe partijen dat precies organiseren, mogen ze zelf bepalen. Maar er moet volgens D66 wel een wettelijke ondergrens komen. Partijen zonder ledenstructuur of zonder interne stemmomenten zouden niet langer mogen deelnemen aan verkiezingen voor de Tweede Kamer en het Europees Parlement.
Het voorstel is inmiddels voor advies voorgelegd aan de Raad van State, wat een belangrijke stap is in het wetgevingsproces.
Waarom de PVV direct wordt geraakt
De discussie draait in de praktijk vooral om de PVV. Die partij heeft een unieke structuur: officieel is Geert Wilders het enige lid. Er is geen ledenbestand, geen ledenvergadering en geen interne verkiezing. Alle beslissingen lopen via de partijleider.
Als de wet zoals voorgesteld wordt ingevoerd, zou de PVV in haar huidige vorm niet meer mogen deelnemen aan verkiezingen. Dat maakt het plan politiek explosief, zeker gezien de grote electorale steun voor de partij.
Volgens D66 is dat echter niet het doel. De partij benadrukt dat de wet algemeen is en voor alle partijen geldt, ook toekomstige nieuwkomers.
Steun van GroenLinks-PvdA en het CDA
D66 staat niet alleen in dit voorstel. Ook GroenLinks-PvdA en het CDA hebben aangegeven het plan te steunen. Zij benadrukken dat interne democratie een basisvoorwaarde is voor een gezonde rechtsstaat.
CDA-leider Henri Bontenbal stelt dat niemand boven kritiek mag staan binnen een partij. Volgens hem hoort het bij democratisch leiderschap dat leden hun leiders kunnen corrigeren als ze het ergens niet mee eens zijn.
Hij benadrukt dat het voorstel niet specifiek tegen de PVV is gericht, maar tegen het principe van partijen zonder interne tegenspraak.
Volgens Bontenbal sluit een partij zichzelf buiten als zij weigert aan die voorwaarden te voldoen.
GroenLinks-PvdA: leden moeten de baas zijn
Ook GroenLinks-PvdA ziet het voorstel als een versterking van de democratie. Kamerlid Tseggai stelt dat elke kiezer het recht zou moeten hebben om lid te worden van zijn of haar favoriete partij. Dat zou volgens haar ook moeten gelden voor kiezers van de PVV.
Volgens haar gaat het voorstel over basale democratische uitgangspunten: leden zijn uiteindelijk de baas, niet één persoon. Zij benadrukt dat het niet gaat om ideologie, maar om structuur en zeggenschap.
Felle kritiek vanuit de PVV
Bij de PVV wordt het voorstel juist gezien als een directe aanval. Meerdere PVV-Kamerleden reageren afwijzend en soms zelfs spottend. Kamerlid Hidde Heutink geeft aan dat hij geen enkele behoefte voelt om lid te worden van een partij en dat het voorstel voor hem niets toevoegt.
Markuszower reageerde luchtig op de vraag of hij lid zou willen worden, door te vragen wat dat hem zou kosten. Achter die opmerkingen schuilt echter grote ergernis over de richting van het debat.
Wilders: aantasting van de democratie
Geert Wilders zelf is ongekend fel in zijn reactie. Hij noemt het voorstel een “totalitaire reflex” en stelt dat de overheid zich niet moet bemoeien met de interne organisatie van politieke partijen. Volgens hem hoort het juist bij een democratie dat partijen zelf bepalen hoe ze zijn ingericht.
Wilders vergelijkt het plan met autoritaire systemen waarin de staat bepaalt wie wel en niet mag meedoen. Volgens hem is het een gevaarlijke ontwikkeling waarbij controle wordt omgedraaid: niet de politiek controleert de overheid, maar andersom.
Die woorden resoneren bij zijn achterban, die het voorstel ziet als een poging om de grootste oppositiepartij buitenspel te zetten.

Juridische en politieke vragen stapelen zich op
Het voorstel roept ook juridisch veel vragen op. Mag de overheid voorwaarden stellen aan de interne structuur van politieke partijen? En waar ligt de grens tussen het beschermen van de democratie en het beperken van politieke vrijheid?
De Raad van State zal zich buigen over deze vragen. Hun advies zal zwaar wegen bij de verdere behandeling van het voorstel. Ook constitutionele experts volgen de zaak nauwlettend, omdat dit raakt aan fundamentele rechten zoals vereniging en politieke participatie.
Gevolgen voor toekomstige partijen
Niet alleen bestaande partijen kijken met argusogen naar het voorstel. Ook toekomstige politieke bewegingen kunnen ermee te maken krijgen.
Het plan maakt het lastiger voor partijen die bewust kiezen voor een andere organisatievorm, bijvoorbeeld bewegingen zonder leden of met een sterk gecentraliseerd leiderschap.
Voorstanders zien dat juist als voordeel: het zou voorkomen dat partijen ontstaan die volgens hen democratische controle missen. Tegenstanders vrezen dat politieke vernieuwing wordt afgeremd en dat afwijkende modellen bij voorbaat worden uitgesloten.
Breder debat over democratie en macht


De discussie past in een breder debat over de staat van de democratie in Nederland. De afgelopen jaren is het wantrouwen tussen kiezers en politiek gegroeid. Tegelijkertijd proberen partijen grip te houden op een versnipperd politiek landschap.
Voor sommigen is het D66-voorstel een poging om de democratie te beschermen tegen uitholling. Voor anderen voelt het als een poging om ongewenste politieke concurrentie via wetgeving te blokkeren.
Dat spanningsveld maakt dit dossier extra gevoelig.
Wat gebeurt er nu verder
Het voorstel ligt nu bij de Raad van State voor advies. Daarna zal het in de Tweede Kamer verder worden besproken en mogelijk aangepast. Het is nog lang geen uitgemaakte zaak dat de wet er ook daadwerkelijk komt.
Wel is duidelijk dat dit onderwerp de politieke verhoudingen verder op scherp zet. Zeker zolang de PVV hoog scoort in peilingen, zal elke maatregel die haar positie raakt, leiden tot felle discussies.
Een debat dat nog lang niet voorbij is
Of het voorstel uiteindelijk wet wordt, is onzeker. Wat wel vaststaat, is dat het debat over interne partijdemocratie, macht en politieke vrijheid nog lang zal doorgaan.
De vraag wie bepaalt hoe democratisch een partij moet zijn, raakt aan de kern van het politieke systeem.
Voor nu lijkt één ding duidelijk: dit voorstel gaat niet alleen over regels, maar over vertrouwen, macht en de toekomst van het Nederlandse politieke landschap.




