Chris (86) zat drie keer per dag bij het graf van zijn vrouw Riet, vandaag voor de laatste keer.
Nieuws vandaag

Chris (86) zat drie keer per dag bij het graf van zijn vrouw Riet, vandaag voor de laatste keer.

Chris is 86. Al drie jaar lang wandelt hij elke ochtend, middag en avond naar hetzelfde plekje op de begraafplaats, weer of geen weer. Daar ligt zijn vrouw Riet, met wie hij meer dan zestig jaar lief en leed heeft gedeeld. Voor voorbijgangers is hij inmiddels een vertrouwd gezicht: de man met de grijze jas, de zorgvuldig gepolijste wandelstok en de bloemen die hij elke twee dagen vervangt.Vandaag is anders.Vanochtend stond hij zoals altijd naast het graf. Zijn trillende handen streken voorzichtig de gevallen blaadjes van de marmeren steen. Hij zei niets, zoals meestal. Hij keek alleen, met een blik die alles vertelde wat woorden niet kunnen vangen: gemis, liefde, herinnering.Rond het middaguur kwam hij terug, wat langzamer dan voorheen. Hij zette zich voorzichtig neer op het houten bankje bij het pad. “Dag meisje,” fluisterde hij, alsof ze vlak naast hem zat. Hij haalde een vergeeld zwart-witfotootje uit zijn borstzak: Riet als jonge vrouw, lachend naast hem op de fiets. Hij glimlachte even, maar zijn ogen bleven vochtig.De derde keer, tegen de avond, bleef hij iets langer staan. Hij wist dat dit de laatste keer zou zijn. Zijn zoon had vanochtend uitgelegd dat hij naar een verzorgingshuis zou verhuizen, omdat alleen wonen niet meer ging. Het huis waar hij met Riet woonde, wordt binnenkort ontruimd. De begraafplaats ligt daar kilometers vandaan – te ver, te zwaar.Chris streelde met zijn wijsvinger over de naam op de steen. Zijn adem ging langzaam. “Ik kom niet meer zo vaak, Riet,” mompelde hij zacht, “maar ik vergeet je geen dag.” Hij kneep zijn ogen dicht en liet zijn hand rusten op het koude steenoppervlak, alsof hij haar hand nog één keer vasthield.Toen hij zich omdraaide om weg te lopen, stond hij een moment stil. Alsof hij nog iets wilde onthouden: de geur van nat gras, het zachte ruisen van de bomen, het kleine bloemperkje dat hij zelf had aangelegd. Met korte, voorzichtige stappen liep hij naar de uitgang. Een medewerker van de begraafplaats bood hem zijn arm aan, maar Chris schudde dankbaar het hoofd. Dit pad wilde hij nog één keer alleen afleggen.Aan de poort keek hij over zijn schouder, naar de plek waar hij drie keer per dag zijn hart achterliet. Er lag geen dramatiek in zijn blik, alleen een stille berusting. Alsof het gemis een vast onderdeel van hem geworden was – iets dat hij meedraagt, waar hij ook heen gaat.Voor de wereld is het een gewone dag in september. Voor Chris is het een afscheid binnen een afscheid.

LEAVE A RESPONSE

Your email address will not be published. Required fields are marked *