Eindhoven werd deze week opgeschrikt door het tragische nieuws rond Sanne Verhoeven, een 29-jarige jonge moeder die een week nadat zij als vermist was opgegeven, levenloos werd aangetroffen in het water aan de Kanaaldijk-Noord. Wat aanvankelijk vragen opriep over mogelijke criminaliteit, bleek na onderzoek geen misdrijf te zijn. In plaats daarvan kwam een veel stillere, maar niet minder verwoestende oorzaak naar voren: een ernstige postnatale depressie. Het nieuws heeft diepe sporen nagelaten bij haar nabestaanden en in de gemeenschap, en roept een pijnlijke vraag op: wie had haar noodkreet op tijd kunnen horen?
Een jonge vrouw, een nieuw leven, en onzichtbare strijd
Sanne stond bij vrienden en familie bekend als warm, zorgzaam en toegewijd. De geboorte van haar eerste kind was een langverwachte mijlpaal. Foto’s van een trotse jonge moeder met haar baby gingen rond in de familie-apps, en felicitaties stroomden binnen. Maar achter die glimlach voltrok zich een innerlijke strijd die voor velen onzichtbaar bleef.
Postnatale depressie treft naar schatting één op de tien moeders, maar wordt nog te vaak onderschat of niet herkend. Het kan zich uiten in gevoelens van leegte, schuld, angst en wanhoop—emoties die haaks staan op het maatschappelijke beeld van het ‘roze wolk’-moederschap. Nabestaanden vertellen dat Sanne zich steeds verder terugtrok, moeite had met slapen en zich overweldigd voelde. “Ze hield zielsveel van haar kind,” zegt een familielid. “Maar ze voelde zich tekortschieten, alsof ze faalde, terwijl dat helemaal niet zo was.”

De vermissing en de angstige dagen daarna
Een week vóór de vondst van haar lichaam sloeg de paniek toe. Haar man deed aangifte van vermissing toen Sanne onbereikbaar bleek en niet thuiskwam. De dagen die volgden waren gevuld met onzekerheid en hoop. Familie en vrienden verspreidden oproepen, deelden foto’s en liepen zoektochten langs bekende routes. Elke melding, elk telefoontje kon het verlossende nieuws brengen.
Die hoop werd ruw afgebroken toen hulpdiensten haar lichaam aantroffen aan de Kanaaldijk-Noord. De schok was immens. Voor haar partner, die nu achterblijft met hun jonge kind, en voor de familie die haar zo liefhad, veranderde het leven in één klap voorgoed.
Geen misdaad, wel een maatschappelijk probleem
De autoriteiten maakten duidelijk dat er geen sprake was van een misdrijf. Dat neemt de pijn niet weg—integendeel. Het legt een schrijnend maatschappelijk probleem bloot: mentale gezondheid rondom zwangerschap en bevalling. Deskundigen benadrukken dat postnatale depressie iedereen kan treffen, ongeacht achtergrond, steunnetwerk of karakter. Het is geen teken van zwakte, maar een ernstige aandoening die professionele hulp vereist.
Psychologen wijzen erop dat schaamte en schuldgevoelens veel moeders ervan weerhouden om hulp te zoeken. “Vrouwen zijn bang om veroordeeld te worden,” zegt een perinatale psycholoog. “Bang dat men denkt dat ze geen goede moeder zijn. Daardoor blijven ze te lang alleen met hun klachten.”
De vraag die blijft knagen
Na tragedies als deze blijft vaak dezelfde vraag hangen: had dit voorkomen kunnen worden? Wie had de signalen kunnen zien? En wat kunnen we als samenleving beter doen? Nabestaanden worstelen met die vragen, terwijl zij proberen een onvoorstelbaar verlies te verwerken.
Hulpverleners benadrukken het belang van alertheid in de kraamperiode. Niet alleen door professionals, maar ook door partners, familie en vrienden. Echte aandacht—vragen hoe het écht gaat, zonder oordeel—kan het verschil maken. Evenals laagdrempelige toegang tot hulp en duidelijke informatie over waar men terechtkan bij sombere gevoelens na de bevalling.

Een oproep tot meer openheid en zorg
De dood van Sanne Verhoeven heeft Eindhoven stil gemaakt. Bloemen bij de plek waar zij werd gevonden en steunbetuigingen aan de familie getuigen van collectief medeleven. Maar haar verhaal vraagt ook om actie. Om meer openheid over postnatale depressie, betere nazorg voor jonge moeders en een cultuur waarin het oké is om te zeggen dat het niet gaat.
Voor haar kind blijft Sanne voor altijd moeder. Voor haar partner, familie en vrienden blijft zij een gemis dat niet te vullen is. Hun hoop is dat haar verhaal anderen kan helpen—dat het iemand aanzet om wél hulp te zoeken, wél te praten, wél te luisteren.
Wie heeft haar op tijd gehoord? Die vraag kan niet meer worden beantwoord. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat we voortaan beter luisteren—zodat stilte niet langer fataal hoeft te zijn.




