Het geheim onder de vloer – De zaak van van Dijk en de twee lichamen in de Amsterdamse ondergrond
Het geheim onder de vloer – De zaak van van Dijk en de twee lichamen in de Amsterdamse ondergrond
Toen de 32-jarige ingenieur Lucas van Dijk in de herfst een oud appartement in het centrum van Amsterdam kocht, verwachtte hij niets anders dan een moeizame renovatie. Het gebouw dateerde uit de jaren 1930, had de Tweede Wereldoorlog overleefd en was in de daaropvolgende decennia meerdere keren verbouwd. De makelaar had terloops vermeld dat het vroeger als kleine schuilkelder was gebruikt. Voor Lucas was dat een historisch detail – tot de vloer begon te spreken.
Terwijl hij de gebarsten tegels in de woonkamer verwijderde, hoorde hij een hol geluid. Hij klopte nogmaals – het klonk anders, dof, vreemd. Hij legde meerdere tegels opzij en ontdekte een rechthoekige metalen plaat, stevig vastgeschroefd en bedekt met twee lagen verf. Een houten trekhaak stak net uit de rand.
Het was duidelijk: iemand had opzettelijk geprobeerd deze luik te verbergen.
Lucas belde de politie. Enkele uren later opende een onderzoeksteam van de Amsterdamse politie het luik, dat roestig kraakte alsof het tientallen jaren had gewacht. Een steile ladder leidde naar een kleine, raamloze ruimte, nauwelijks groter dan een opslagkast.
De geur was het eerste dat de onderzoekers trof. Toen volgde de stilte.
In een hoek lagen twee menselijke resten – twee lichamen, sterk ontbonden, maar verrassend goed bewaarde haarresten hingen nog aan de schedels, zwart en grijs verkleurd. De botten waren donker, gedeeltelijk broos, alsof ze jarenlang aan vochtige, slechte ventilatie waren blootgesteld.
Naast hen stond een oude, bruine koffer, afgesloten met een metalen cijferslot, verroest maar niet vernietigd. Niemand raakte hem aan. De scène werd gefotografeerd, afgezet en gedocumenteerd.
Een van de onderzoekers mompelde:
“Hoe lang heeft dit hier beneden op ons gewacht?”

De vorige eigenaar – en zijn schok
De politie nam contact op met de laatst geregistreerde eigenaar: Willem van Dijk, 68 jaar, woonachtig in Haarlem. Hij werd nog diezelfde avond in hechtenis genomen en naar Amsterdam gebracht.
Tijdens het verhoor bleef van Dijk aanvankelijk zwijgzaam. Hij leek nerveus, maar niet verrast – eerder zoals iemand die wist dat deze dag zou komen.
Toen hem uiteindelijk de foto van de twee lichamen werd getoond, veranderde zijn houding plotseling. Zijn gezicht verloor alle kleur, zijn handen begonnen licht te trillen.
Lang bleef het stil in de ruimte, totdat hij met breekbare stem fluisterde:
“Ik dacht dat deze dossiers vernietigd waren… Jullie begrijpen het niet. Ze waren geen gewone mensen.”
De onderzoekers wisselden blikken uit – geïrriteerd maar alert. In hun carrière hadden ze veel excuses en leugens gehoord, maar deze woorden hadden een andere toon. Een toon die tussen angst en schuld lag.
Een appartement vol vragen

Het forensische team analyseerde de holtes, de muren en de vondsten. De eerste resultaten wezen erop dat de ruimte in de late jaren zeventig was uitgebreid en opnieuw afgesloten – los van de oorspronkelijke oorlogsstructuren van het gebouw.
Dit betekende: iemand had lang na de oorlog bewust een geheime ruimte gecreëerd. En iemand had ervoor gezorgd dat niemand hem zou vinden.
De koffer werd beschouwd als mogelijk bewijsstuk, maar werd aanvankelijk niet geopend uit angst voor explosieven of biologisch gevaarlijke materialen. De nationale recherche (Nationale Politie) werd ingeschakeld.
Ondertussen probeerde de politie van Dijk alsnog aan het praten te krijgen. Maar hij herhaalde alleen wat hij eerder had gezegd:
“Ik heb ze niet vermoord. Ik heb ze alleen verborgen. Omdat ze iets hadden gezien… iets dat niet voor de wereld bedoeld was.”
Meer zei hij niet.
Een schaduw uit het verleden
De onderzoekers onderzochten oude registraties, verdwenen personenakten en vergeten dossiers uit Amsterdam. Er ontstond een steeds duidelijker beeld:
In de jaren zeventig hadden meerdere mensen in precies deze straat plotseling hun woningen verlaten. Twee van hen waren nooit meer teruggevonden. Destijds werden de zaken echter nooit met elkaar verbonden.
Nu lag de waarheid – of in ieder geval een deel ervan – ondergronds in een ogenschijnlijk onschuldig appartement.
Een zaak die Amsterdam schokt
De media kregen snel lucht van de vondst. Sommigen speculeerden over geheimen uit de naoorlogse periode, anderen over seriemoorden. Maar de onderzoekers wisten dat deze zaak gecompliceerder was.
Waarom had van Dijk de ruimte gebouwd? Wie waren de twee doden?
En wat bedoelde hij met “Ze waren niet normaal”?
De antwoorden lagen misschien in de verroeste koffer.
Of in de schaduwen van een hoofdstuk van de Nederlandse geschiedenis dat nooit volledig is verteld.




