Het is vroeg in de ochtend wanneer het bos rond Assen nog in een zachte mist hangt. Hier, tussen de hoge dennen en het knisperende mos, wandelt Mayke Koopman graag. Rustig, bedachtzaam, alsof elke stap haar dichter bij de wereld brengt die zij altijd beter begreep dan mensen: die van kleur, licht en natuur. Maar achter die serene blik schuilt een strijd die jaren later haar toekomst zou breken.
“Ze was zó dichtbij,” verzucht haar moeder.
“En toen ging het mis.”
Een talent dat niet te missen was
Met een vwo-diploma op zak en nog maar 22 jaar oud, kiest Mayke niet voor de veilige weg, maar voor haar hart: schilderkunst. Het was geen impuls, geen bevlieging. Al vanaf haar tiende vulde ze schetsboek na schetsboek met landschappen, vogels, fragmenten van licht dat door bladeren viel. Leraren zagen het meteen: dit meisje keek anders. Dieper. Preciezer.
Wanneer ze wordt genomineerd voor een internationale kunstprijs voor jonge talenten, lijkt haar toekomst zich als vanzelf te openen. Haar werk wordt geprezen om zijn gevoeligheid, zijn stilte, zijn bijna pijnlijke eerlijkheid.
“Ze schilderde de wereld zoals je die voelt, niet zoals je die ziet,” zegt een jurylid.
Tijdens de ceremonie straalt Mayke, verlegen maar zichtbaar ontroerd. Het is het soort belofte dat een carrière definieert voordat die begonnen is.
Niemand weet dat haar lichaam al fluistert wat later schreeuwen zal.
De eerste barsten
In de maanden na de prijs begint Mayke moe te worden. Niet gewoon moe — maar uitgeput.
Onverklaarbare pijn, misselijkheid, dagen waarop ze haar penseel niet vast kan houden. De huisarts denkt aan stress, overbelasting, misschien perfectionisme.
Maar het wordt erger.
Een atelier dat ooit vol leven was, wordt stil.
Het geluid van kwasten die over linnen glijden verstomt.
De geur van olie- en aquarelverf hangt onaanroerd in de lucht.
Vrienden merken dat Mayke steeds vaker afspraken afzegt. Soms komt ze dagen haar bed niet uit. De natuurwandelingen waar ze zo van hield, worden zeldzaam. En wanneer ze gaat, moet ze rusten na honderd meter.
“Het voelde alsof mijn lichaam mij in de steek liet op het moment dat mijn leven eindelijk begon,” vertelt ze later zacht.
Een diagnose die geen antwoorden brengt
Specialisten volgen elkaar op. Onderzoeken. Scans. Bloedtesten.
Iedereen zoekt.
Niemand vindt iets definitiefs.
Er wordt gesproken over een chronische auto-immuunaandoening, misschien post-virale schade, misschien “iets zeldzaams”. Maar elke diagnose komt met onzekerheden — en geen van hen biedt een oplossing.
Het slopende is niet alleen de pijn. Niet alleen de vermoeidheid.
Het is het langzaam afbrokkelen van een identiteit.
Schilderen is niet zomaar een beroep voor Mayke. Het is haar stem. Haar adem.
Wanneer haar handen beginnen te trillen en ze het penseel niet meer gecontroleerd kan bewegen, breekt ze.
Ze weent niet vaak. Maar die dag wel. Urenlang.
Een carrière die wegzakt als nat papier
De kunstacademie biedt haar uitstel. Galeries tonen begrip. Maar in een wereld waarin continuïteit alles is, wordt het stil rond haar naam.
De internationale prijs die haar lanceerde, verandert in een herinnering die pijn doet.
Foto’s van exposities waar ze nooit kon staan.
Canvasrollen die ongebruikt blijven.
Ideeën die nooit vorm krijgen.
De toekomst die zo helder voor haar lag, vervaagt — ironisch genoeg zoals een aquarelschildering die te veel water kreeg.
Het gevecht tussen hoop en berusting
Toch probeert Mayke terug te vechten.
Korte sessies schilderen, maximaal tien minuten.
Therapieën. Alternatieve behandelingen. Nieuwe medicatie.
Soms lijkt het beter te gaan — even. Dan slaat alles weer terug, harder dan tevoren.
“Het voelt alsof je elke keer opnieuw leert hopen… om dan opnieuw te vallen,” zegt haar vader.
Toch geeft ze niet alles op.
Ze begint kleine werkjes te maken — miniaturen van bomen, vogels, stukjes landschap. “Schilderingen van momenten,” noemt ze ze zelf.
Stille kunst, geboren uit stille dagen.
De natuur als laatste toevlucht
De natuur blijft haar houvast. Zelfs als ze maar een kwartiertje kan wandelen, zelfs als haar moeder moet meegaan omdat ze anders omvalt.
Ze kijkt, observeert, verzamelt beelden in haar hoofd.
Soms zegt ze dat ze hoopt ooit weer genoeg kracht te hebben om ze op doek te zetten.
“De natuur praat met me,” fluistert ze eens tegen een vriendin.
“Ik moet alleen nog leren terugpraten.”
Een toekomst die onduidelijk blijft
Artsen geven geen voorspellingen.
Sommigen zeggen dat verbetering mogelijk is.
Anderen durven niets te beloven.
Wat blijft, is een familie die waakt, een jong talent dat te vroeg werd afgeremd, en een vrouw die haar droom niet verloor — alleen haar lichaam.
Mayke blijft hopen op een dag waarop ze wakker wordt zonder pijn, waarop haar handen weer stil zijn, waarop een leeg doek niet langer bedreigend oogt maar uitnodigend.
Tot die dag blijft ze dat ene doen waar niemand haar van kan afhouden:
kijken.
voelen.
en dromen dat de kleuren ooit terugkeren.




